Marian Breedveld

Het is meteen duidelijk dat het werk van Marian Breedveld niet staand op een ezel gemaakt is, maar plat op een ondergrond. De twee zijkanten laten dat duidelijk zien. De verf heeft gewicht en het gewicht doet de verf hangen en naar de grond buigen. Op het moment dat het schilderij opgehangen wordt, wijzen de gerafelde randen dus naar de muur. Dit kenmerk van haar werk is meer dan een simpel formeel gegeven. Het is een principiële stap waarmee Breedveld afstand neemt van een lange traditie in de Westerse schilderkunst waarin de positie van de kunstenaar ten opzichte van het doek op de ezel model staat voor het visuele project dat in het schilderij gerealiseerd wordt. De kunstenaar (en toeschouwer) wordt daarbij gereduceerd tot oog, en het schilderij wordt tot de visuele horizon van dat oog. Hoewel Breedvelds schilderijen nadrukkelijk bestaan uit de materialiteit van verf, de kleur van verf en de verfstreek, is het resultaat verre van formalistisch te noemen. Het werk roept duidelijk landschappelijke associaties op. Dat komt door het horizontale formaat van haar schilderijen, door de herhaalde horizontale verfstreek, maar ook door de rol die licht in combinatie daarmee speelt. Zo ontstaan suggesties van horizonten. De platheid van het schilderij wordt in extreme mate ontkent. Er ontstaat een dimensie van ruimtelijkheid in of achter het schilderij, waardoor het niet goed mogelijk is het oog scherp te stellen. De ruimte wijkt zowel naar achteren als naar voren. De blik blijft daardoor zonder directe focus, zoals ook gebeurt wanneer we naar een object kijken dat in mist gehuld is.


Deze kunstenaar heeft nog geen werk geüpload.