Al een paar jaar fotografeert Andreea Peterfi ‘accidental sculptures’: achtergelaten voorwerpen, die zij tegenkomt tijdens haar residenties in Europa en Azië, als ze er lange wandelingen maakt om de steden te ontdekken die ze er bezoekt. Daarvan heeft ze een fotocollectie aangelegd, “als een archief van menselijke aanwezigheid, sporen en activiteit, gerelateerd aan de stedelijke omgeving, aan (sculpturale) materialen, en aan gedragingen in het dagelijks leven.” Op de plekken die ze bezoekt helpt haar camera haar om er te acclimatiseren en de identiteit van de plekken te onderzoeken. Voor haar nieuwste onderzoek wilde ze afreizen naar een dorp in Transsylvanië waar de minderheid van het szeklervolk woont en waar een deel van haar familie vandaan komt. Houtsnijwerk en houtgesneden poorten zijn onderdeel van de Szeklercultuur, die ze zou willen opzoeken, om zich te verdiepen in hun symboliek en geschiedenis. Via theorie als van De Certeau en Wittgensteins taalfilosofie wilde ze deze geschiedenis duiden en herinterpreteren, zo ook inzichten krijgen in haar eigen achtergrond, en komen tot nieuw werk.
Peterfi studeerde fotografie in Boekarest en grafisch ontwerpen in Gent en Amsterdam. Ze was betrokken bij Kaus Australis en toont haar werk in tentoonstellingen en installaties. Haar documentaire straatfotografie combineert ze in een installatievorm met beeldhouwkunst, oftewel sculpturale herinterpretaties van die toevallige straatsculpturen. Fotografie en sculptuur komen ook samen in dit nieuwste persoonlijk gemotiveerde projectplan. De O&O-commissie vond het een spannend voorstel van iemand met gevoel voor esthetiek, de combinatie van intuïtie en documentatie maakt het een persoonlijk onderzoek dat van gemeenschappelijke waarde is.
Aan het eind van de zomer van 2021 ging Peterfi naar Transsylvanië om de Szekler poorten op te zoeken en te fotograferen en op dorp en provincie te ordenen. Ze bezocht Szekler musea en ambachtslieden om te praten over hun vak, houtsnijsymboliek, heden en verleden. Ze maakte tekeningen van de poorten en symbolen en ging zelf nieuwe symbolen schetsen om die te laten uitvoeren als houtsnijwerk. “Dit onderzoek is belangrijk voor de ontwikkeling van mijn werk, zowel als fotograaf, vanwege de kwaliteit van de fotodocumentaire, als voor mijn achtergrond als grafisch ontwerper, vanwege de taal van communicatie via symbolen en het hermodelleren of toevoegen van nieuwe symbolen aan een reeds bestaand vocabulaire.” Behalve in een publicatie wilde ze de resultaten onderbrengen in een tentoonstelling.