Interview | Anastasia Shin

Anastasia Shin buigt zich over sociale en economische systemen en hoe mensen zich daarbinnen gedragen. Leren en denken door te zien en te voelen is haar adagium. Ze maakt installaties en richtte mede het online publicatie project rotterdamartwriting.org op. Ze studeerde aan Goldsmiths in Londen en aan de Piet Zwart Academie in Rotterdam, waar ze in 2018 afstudeerde.

Shin: ‘Ik werkte aan Untitled (Artforum Beads I & II) dat eruit bestond dat ik reclamepagina’s uit een kunsttijdschrift oprolde, om er uiteindelijk gordijnen van te maken. Die gordijnen verhullen maar zijn tegelijkertijd transparant, dat intrigeert me. De advertenties zijn een manier om je af te leiden, om je iets te verkopen. Door kralen te maken van de advertenties, eigen ik me de tijd en de aandacht die ze kostten, weer toe. Aan de andere kant zorgen die advertenties er natuurlijk voor dat zo’n blad kan bestaan, dat auteurs betaald worden, daarvan ben ik me ook bewust. Het maken van de kralen zou oorspronkelijk een groepsactiviteit zijn: 1000 kralen maakte ik met anderen. Maar de resterende 3000 maakte ik zelf, tijdens de lockdown. Ze zouden getoond worden in de groepsexpositie Living a Making. We zouden discussiëren over het creatieve proces, over investeren in materialen, in het onbekende, in elkaars werk.’

Hoe ging je om met het feit dat je alleen verder moest werken?
‘In plaats van gesprekken te voeren, luisterde ik naar podcasts en naar boeken die over datzelfde onderwerp gingen. Het was wel een introverte periode waarin ik luisterde en bezig was met mijn handen. Mijn wereld werd klein, ik richtte me op de eigen omgeving en maakte veel wandelingen.’

Was de PPR-toekenning belangrijk op dat moment?
‘Dankzij de toekenning kon ik verder werken. Het zorgde ervoor dat er geen financiële paniek was. Ik pakte het aan alsof het een baan was: ik hanteerde een structuur, ik hield mijn werkuren bij, bijvoorbeeld. Dit werk gaat over werk en vrije tijd, over wat er gebeurt als de wereld op zijn kop staat. Het maken van de kralen, de simpele handelingen van oprollen, kleur aanbrengen, was heel contemplatief. Materiële en intellectuele arbeid lopen parallel in mijn werk, ze vormen en beïnvloeden elkaar. De vraag hoe we arbeid, tijd en ontspanning waarderen, was een belangrijke vraag waar mijn werk op reflecteert.’

Hoe belangrijk is het sociale aspect van je kunstenaarschap?
‘Ik werk graag samen, maar dat ging niet meer. Ik ontdekte, hoe belangrijk het is om fysiek aanwezig te zijn. Zelfs als je niet praat, is nabijheid van medemensen van belang. Het daagde me pas, toen dat ooit vanzelfsprekende contact tijdens de pandemie weg was gevallen.’

Wat zijn je plannen voor de toekomst?
‘Een van de boeken die ik las was Fully Automated Luxury Communism, dat handelt over het idee dat luxe is dat je meer hebt dan je nodig hebt. Auteur Aaron Bastani schetst er een samenleving voorbij werk, schaarste en kapitalisme, waarin een basisinkomen en automatisering ons vrije tijd verschaffen. Ik ben geïnteresseerd in het denken over de potentie van automatisering. Ik las ook het boek Four Futures: fictie met een vergelijkbare thematiek. Die twee boeken vormen de basis voor een seminar over arbeid, ontspanning en de aandachtseconomie, die we gaan organiseren als de tentoonstelling Living a Making alsnog wordt georganiseerd.’

Bied je eigen werk als kunstenaar je een houvast hoe om te gaan met moeilijke situaties? ‘Nadenken over hoe sociale en materiële aspecten invloed hebben op het hedendaagse bestaan, levert me inzichten op. En vervolgens pas ik me aan. Als voorbeeld: ik vind het belangrijk om contact te maken met degene achter de kassa, al is het maar een klein gebaar, een glimlach, een kort gesprekje. Je kunt beter omgaan met mensen dan met machines. In Alphaville van Godard drukt de protagonist op een knop en een machine genereert een houten muntje met daarop het woord Merci. Hij gooit het over zijn schouder. De film is uit 1965, maar de ethica en nuance van menselijke interactie komt overeen met hoe we er nu over denken: een automatisch gegenereerd dankjewel van een machine, is eigenlijk waardeloos.’

Hoe belangrijk is het dat je het publiek bereikt, tijdens een pandemie?
‘De brug tussen kunstenaar en publiek is belangrijk, platforms zijn nodig waarin werk en publiek elkaar ontmoeten. Ik had al voor corona een kunstblog opgericht, waar kunstenaars en schrijvers uit Rotterdam op publiceren. We publiceerden een conversatiestuk tussen de twee kunstenaars Golnar Abassi and Maike Hemmers getiteld ‘A Discomfort Inside’, over werk en display in een huiselijke setting. Dat bleek heel relevant op het moment van de eerste lockdowns. Maar er was zoveel onbekend over de toekomst, soms voelde het niet relevant meer, daarom hadden we een pauze ingelast. We hebben tijd nodig om alles te verwerken.’

Tijdelijke werkbijdrage PPR
Om kunstenaars gedurende de corona lockdowns te helpen hun beroepspraktijk overeind te houden, lanceerde CBK Rotterdam de Tijdelijke Werkbijdrage ProductiePresentatie en Research (PPR) voor beeldend kunstenaars die zijn ingeschreven bij CBK Rotterdam. Verdeeld over twee rondes in 2020 en 2021 ontvingen uiteindelijk bijna tweehonderd kunstenaars een bijdrageHet resultaat van de tijdelijke werkbijdrage is gebundeld in een publicatie waarin we, samen met enkele kunstenaars, terugblikken en vooruitkijken. Dit is een van de vijftien interviews uit deze publicatie.

Tekst: Machteld Leij
Foto: Mark Bolk