David Maroto is gepromoveerd en kunstenaar. Hij is heel precies in zijn bewoordingen en in zijn artistiek onderzoek. De tekening die hij maakte voor de Kunstuitleen, het portret van de Sumerische koningin Puabi uit het Mesopotamische tijdperk, ligt in het verlengde van zijn project Secret Gallery, waarin hij het idee van schrijven als modus om onsterfelijkheid te bereiken, onderzoekt in tekst, beeld en met performances.
Maroto: ‘De steun van de PPR-regeling kwam op een cruciaal moment. Het was tijdens de eerste lockdown, ik had geen toegang tot mijn atelier en ik werkte thuis. Dit werk leek aan de ene kant bijna op een opdracht, aan de andere kant kon ik me dankzij de werkbijdrage financieel meer veroorloven dan de specifieke context van de pandemie toeliet.
Wat beoog je met de tekening van Queen Puabi?
‘Mijn wens voor Queen Puabi is, om haar verder de toekomst in te brengen. Haar graf werd ontdekt in 1924 in Ur, in het hedendaagse Irak. Ze is begraven rond het jaar 2600 voor Christus, met in haar graf een cilinder van lapis lazuli waarin haar naam in fonetische klanken was gegraveerd. Natuurlijk bestond het schrift al, maar vooral voor de boekhouding. Die woorden, die klonken als haar naam, maar dus iets anders betekenden, zijn ingegraveerd. En zo is haar naam bekend geworden toen haar graf werd geopend. Ik tracht met mijn tekening een brug te slaan naar het begin van de geschiedenis. Schrijven is een middel om herinnerd te worden in de toekomst. De visuele productie van fonetische klanken ligt ten grondslag aan het schrift. Het begin van het schrift is tegelijkertijd het begin van de geschiedenis.’
‘Met deze tekening probeer ik dat wordingsmoment in onze geschiedenis te recreëren. Ik ben geïnteresseerd in de parallel tussen schrijven en kunst maken. Ik zie ze beide als een uitdrukking van dat verlangen naar onsterfelijkheid. Een kunstenaar wil zijn tijdgenoten aanspreken. Maar de meeste kunstenaars die ik ken, willen bewust of onbewust, ook een dialoog voeren met de toekomst. Als kunstenaar neem je een gok, in de hoop dat iemand in de toekomst je werk wil lezen, interpreteren of ontcijferen.’
Spreekt het feit je aan, dat iemand je werk uitkiest uit de collectie van de Kunstuitleen en thuis ophangt?
‘Dat zou geweldig zijn. De tijd die het publiek met een kunstwerk doorbrengt, is vaak heel kort. Dat is soms behoorlijk frustrerend als je dagen, maanden, soms jaren aan een kunstwerk hebt gewerkt. Niet iedereen kan een kunstwerk betalen, maar het is wel het beste voor de kunst: dat iemand er mee leeft, er de tijd voor heeft om het te begrijpen. De meeste expositieruimtes laten heel veel zien in weinig tijd. Zo wordt kunst een oneliner die snel wordt geconsumeerd.’
Is het gevoel dat de tijd vertraagt, een positieve bijwerking van een pandemie?
‘Er zijn twee problemen met die vertraging door de pandemie: het was niemands keuze, en het was collectief. Dat is heel anders dan wanneer je er zelf voor kiest om de tijd te nemen. Maar ik kies het liefst voor een productieve aanpak. Toen de lockdown werd aangekondigd, haastte ik me naar de winkel, om een voorraad aan te leggen van papier en inkt. De eerste lockdown bracht ik tekenend, lezend en schrijvend door. Het was misschien vervelend, maar vergeleken met mensen die stierven of een die geliefde verloren, stelde het niet veel voor.’
Is je kunst een ode aan verlies en afscheid, zeker gezien de periode waarin de tekening ontstond?
‘Dat zou kunnen. Het is misschien nog te dichtbij, maar je zou kunnen zeggen dat er de noodzaak is om te verwerken, om stil te staan bij de onmogelijkheid van rouw. Je vraagt je af hoeveel tijd we hebben, hoe je ervoor kunt zorgen dat de herinnering aan je geliefden niet verdwijnt. Als kunstenaar heb je het heimelijke verlangen dat je naam niet verdwijnt. Maar wat betekent dat voor de mensen om je heen? Nogmaals, ik wil heel graag doorgronden waarom kunstenaars kunst maken. Er is altijd een verborgen drijfveer, die te maken heeft dat je niet zomaar verdwijnt, dat je iets hebt gemaakt van waarde, dat blijft, ook als je er zelf niet meer bent.’
Tijdelijke werkbijdrage PPR
Om kunstenaars gedurende de corona lockdowns te helpen hun beroepspraktijk overeind te houden, lanceerde CBK Rotterdam de Tijdelijke Werkbijdrage Productie, Presentatie en Research (PPR) voor beeldend kunstenaars die zijn ingeschreven bij CBK Rotterdam. Verdeeld over twee rondes in 2020 en 2021 ontvingen uiteindelijk bijna tweehonderd kunstenaars een bijdrage. Het resultaat van de tijdelijke werkbijdrage is gebundeld in een publicatie waarin we, samen met enkele kunstenaars, terugblikken en vooruitkijken. Dit is een van de vijftien interviews uit de publicatie.
Tekst: Machteld Leij
Foto’s: Mark Bolk