Interview | Honey Jones-Hughes 

Honey Jones-Hughes is altijd op het juiste moment op de goede plaats. Dat zit zo: daar waar ze is, vindt ze een verhaal. Dat vertelt ze vervolgens, met behulp van de mensen om haar heen. Zo ging ze ooit in Siena op pad met mede-residenten om de stad te schetsen. En in 2020 maakte ze een documentaire van de gemeenschap aan kunstenaars en voormalige krakers die de nummers 15 tot en met 55 bewonen aan de Wolphaertstraat in Charlois, Rotterdam. Daar woont ze zelf ook. De documentaire maakte ze op het moment dat de huizen gerenoveerd zouden worden. Alle bewoners moesten weg. Meestal, in deze tijden van gentrificatie, worden de huizen na renovatie duurder en kunnen de oorspronkelijke bewoners hun opgeknapte woning niet meer betalen en moeten ze noodgedwongen verhuizen. De bewonersvereniging W1555 bedong terugkeer van de bewoners naar hun appartementen, na renovatie.

Jones-Hughes maakte een documentaire, die de periode van verbouwing vastlegt, afgewisseld met interviews: een kraker van het eerste uur, kunstenaars die een bar zijn begonnen, kunstenaars die er nog maar drie jaar wonen en er een gezin zijn gestart. Zo is W1555 een tijdsdocument geworden, maar ook een voorstel voor een tegendraadse manier van leven, als een geslaagd experiment van sociale cohesie in een tijd van toenemende commercialisering van de woningmarkt.

Zo maatschappijkritisch als dat klinkt, zo vriendelijk en laagdrempelig is haar werk zelf. Ze houdt van het idee om met weinig apparatuur te kunnen werken, in samenwerking met anderen. Jones-Hughes: ‘Er is altijd een handmatige esthetiek zichtbaar, inderdaad. De film kent ook imperfecties, schokkerig beeld bijvoorbeeld. Ik ben geen filmer, maar ik gebruikte voor dit kunstwerk film als medium. Mijn werk is nooit erg gelikt. De camera is handheld, soms niet in focus. Het is belangrijk dat iedereen zich op zijn gemak voelt, dat iedereen zichzelf kan zijn.’ Ze werkt het liefst met wat voorhanden is en reflecteert op de tijd waarin ze leeft. 

Ze vindt het belangrijk om kritisch te zijn op ontwikkelingen die de levens van mensen beïnvloeden: Jones-Hughes: ‘De huur van woningen in Charlois steeg gemiddeld sneller dan waar dan ook in Rotterdam. Ik zocht een manier om intieme conversaties te voeren, in een huiselijke omgeving, omdat mensen zich daar op hun gemak voelen. Zo kun je goed praten over issues die hun leven bepalen.’

‘Er was aan het begin van de pandemie veel onzeker. Ik kon niet heel dichtbij mensen komen met de camera. Daardoor wist ik niet zeker of ik de film wel zou kunnen maken. Toen ik een PPR ontving, veranderde er veel. Ik kon een geluidstechnicus inhuren, Nick Thomas. Hij zorgde voor goede geluidsopnames. Opnames van een afstandje en buitenshuis waren daardoor mogelijk. Het kwam de film ten goede, het werd een echte documentaire. Toen de lockdown over was, kon ik ook opnames maken van de daadwerkelijke renovatie van de huizen en die monteren.’ De toekenning betekende een welkome injectie, zeker tijdens de pandemie, toen de mogelijkheid om te werken in de horeca wegviel. 

De première werd gehouden in de pop-up cinema bus van Geo Wyeth en Jay Tan, op straat. Jones-Hughes: ‘We maakten een film, iedereen die had meegedaan was trots. Het had waarde voor de bewoners als groep.’ De film werd ook in TENT vertoond, als onderdeel van de Fucking Good Art tentoonstelling Homes for People, not Profit: ‘Daar speelde de film een rol binnen de context van een conversatie over manieren van coöperatief wonen. Dat was een goede frame voor de film.’

Oorspronkelijk komt ze uit een klein dorp in Wales. Rotterdam bevalt haar, als stad om in te wonen en te werken. Het doet haar denken aan Glasgow, waar ze vijf jaar woonde. Jones-Hughes: ‘Het is vergelijkbaar, mensen hebben een sterk gevoel van identiteit, verbonden aan de stad, aan de wijken waar ze wonen. Er is een sterk gevoel van ownership, daar reageer ik op met mijn werk.’ Momenteel werkt ze aan een ijsproject samen met Antonio de la Hera: ‘We fietsten door Rotterdam, op zoek naar ingrediënten om ijs mee te maken. We bezochten boeren en andere producenten. Het is voor ons een manier om mensen te ontmoeten, om te zien hoe ze leven en wat hen bezighoudt.’ Tijdens Art Rotterdam in mei 2022 zal ze haar project presenteren: een bakfiets vol ijs, met alle smaken uit de stad.

Tijdelijke werkbijdrage PPR
Om kunstenaars gedurende de corona lockdowns te helpen hun beroepspraktijk overeind te houden, lanceerde CBK Rotterdam de Tijdelijke Werkbijdrage ProductiePresentatie en Research (PPR) voor beeldend kunstenaars die zijn ingeschreven bij CBK Rotterdam. Verdeeld over twee rondes in 2020 en 2021 ontvingen uiteindelijk bijna tweehonderd kunstenaars een bijdrageHet resultaat van de tijdelijke werkbijdrage is gebundeld in een magazine waarin we, samen met enkele kunstenaars, terugblikken en vooruitkijken. Dit is een van de vijftien interviews uit het magazine.

Tekst: Machteld Leij
Foto: Mark Bolk