Hyunji Jung is geluidskunstenaar. Ze maakte een soundscape met behulp van augmented reality: Phantasmauris. Het is haar schets in geluid en gevoel van Rotterdam in lockdown. Ze legt er de stilte en de vervreemding in de stad mee vast, als een herinnering die je elk moment kunt activeren, online. Ook als Rotterdam post-pandemisch zal zijn.
Hoe was het om in coronatijd een geluidskunstwerk in de buitenruimte te maken?
‘Tijdens de lockdown voelde ik me, zoals iedereen, geïsoleerd en vervreemd van de realiteit. Het geluid in mijn kunst weerspiegelt dat gevoel. Het klonk obscuur en gefragmenteerd zodat je het gevoel krijgt van op drift zijn, verdwaald te zijn geraakt in de stad. Ik werk met het idee van psycho-geografie en toevallige associaties van het onderbewustzijn. Mijn praktijk is gebaseerd op de synthese van geluid en onderzoek. Opnames maken werd mogelijk door de subsidie van CBK Rotterdam. Ik kon erop uittrekken om op zoek te gaan naar geluiden in de stad. Het was een deprimerende tijd maar ik kon gelukkig toch werken.’
Voordat je in Rotterdam ging studeren aan de kunstacademie studeerde je Engels in Zuid-Korea. Hoe werd je kunstenaar?
‘Na mijn studie Engels in Korea ging ik op zoek naar mijn eigen kunstvorm. Ik was al geïnteresseerd in muziek en richtte me op geluidskunst, als cartografisch middel. Een jaar na mijn afstuderen in Nederland kwam de eerste lockdownperiode. Ik keerde terug naar Korea om me te bezinnen, ik overwoog zelfs om te stoppen met kunst en wilde uiteindelijk voorgoed terugkeren naar Korea. Maar – toen nog tijdelijk – terug in Nederland veranderden mijn plannen op het moment dat ik een O&O-subsidie (Ontwikkeling- en Onderzoeksregeling van CBK Rotterdam, red.) aanvroeg. Door het schrijven van de aanvraag werd me duidelijk hoe ik mijn beroepspraktijk als kunstenaar zag, de deadline hielp om zelfdiscipline op te brengen. En nadat ik de beurs ontving, kon ik me volledig wijden aan mijn kunstenaarschap.’
Het geluidskunstwerk dat je maakte doet denken aan de Situationisten, die in de vorige eeuw Parijs doorkruisten. Maakte je je eigen versie voor Rotterdam?
‘Guy Debord is een inspiratiebron inderdaad, door zijn achtergrond als architect heeft hij een ander perspectief op de wereld. Zijn idee van het navigeren door een stad om zo een eigen verhaal te maken intrigeert me. Urbanisme vind ik ook interessant. Mijn geluidskunst is een middel om de stad vast te leggen. Ik nam huishoudelijke geluiden op, maar ook geluiden in een kerk en op de markt. Ik digitaliseerde en bewerkte de opnames met de GRM-tool: elektroakoestische muziekmanipulatiesoftware. De opnames combineerde ik tot een muziekstuk. Het was dus niet alleen zomaar geluid.’
Je maakte een filmpje bij de soundscape: mensen met koptelefoons lopen door de stad. Een van hen begint te dansen. Gaf je ze instructies of reageerden ze uit zichzelf op wat ze hoorden?
‘Ik vroeg vrienden om te figureren, één van hen was danser. Ze begon uit zichzelf te dansen.’
Miste je een publiek tijdens de lockdown? Wat is het effect dat je werk idealiter zou kunnen bereiken?
‘Mijn project had wel iets meer promotie mogen hebben, vrienden waren wel geïnteresseerd. Het geluid, vervormd als het is, fungeert als een startpunt voor het ophalen van herinneringen en voor een reis door de geest.’
Hoe beïnvloedde de lockdown je?
‘Ik belde veel met familie en vrienden en werkte aan het project. Ik vond het lastig, ik voelde me verloren. Gelukkig kon ik een artist-in-residency met mijn kunstcollectief MINT Podium organiseren in WORM. Zo leerde ik nieuwe mensen kennen.’
Waar ben je nu mee bezig?
‘Ik verdiep me nu in Indiase klassieke muziek, als onderdeel van mijn onderzoek naar geluid en muziek. Ik wil naar India om meer te leren. Nu heb ik les van Marianne Svasek, die lesgeeft in Indiase klassieke zang aan Codarts. Muziek biedt zoveel mogelijkheden, verschillende contexten, verschillende culturen spelen een rol: het gaat niet alleen om het geluid zelf.’
Hoe is het om in Rotterdam te wonen en te werken?
‘Iedereen die ik ontmoet in de kunstwereld is open en inclusief. Ik werd laatst uitgenodigd voor een project in Melly om het geluid bij een performance te verzorgen. Het ene project lijkt organisch te leiden tot het volgende. Ik wil graag nog een paar jaar in Rotterdam blijven. Op dit moment heb ik een atelier in het IJzerblok complex in Coolhaven, een gemeenschap met ongeveer tachtig kunstenaars. Er is een tuin, we organiseren daar activiteiten samen. Laatst bijvoorbeeld een performance event. Ik speelde toen een live-set met een modulaire synthesizer.
Wat betekende de toekenning van PPR voor je? Is het een regeling die zinvol kan zijn op een meer structurele basis?
‘Het voelde alsof ik zonder deze toekenning erg verloren zou zijn. Niet elk project zou altijd een lange aanlooptijd of diepgang moeten hebben om gehonoreerd te worden. Soms is het fijn als je met weinig budget iets kunt uitproberen.’
Tijdelijke werkbijdrage PPR
Om kunstenaars gedurende de corona lockdowns te helpen hun beroepspraktijk overeind te houden, lanceerde CBK Rotterdam de Tijdelijke Werkbijdrage Productie, Presentatie en Research (PPR) voor beeldend kunstenaars die zijn ingeschreven bij CBK Rotterdam. Verdeeld over twee rondes in 2020 en 2021 ontvingen uiteindelijk bijna tweehonderd kunstenaars een bijdrage. Het resultaat van de tijdelijke werkbijdrage is gebundeld in een publicatie waarin we, samen met enkele kunstenaars, terugblikken en vooruitkijken. Dit is een van de vijftien interviews uit de publicatie.
Tekst: Machteld Leij
Foto’s: Mark Bolk