Interview | Ratri Notosudirdjo

Als kunstenaar houdt Notosudirdjo zich bezig met geheugen, lichamelijkheid, littekens, verhalen, met de sporen van migratie en de rol van dekolonisatie, dislocatie en ontmoetingen. Deze elementen worden vertaald in participatieve voorstellingen en workshops en vormen de performance Waterfalls & Sparring Scars, gebaseerd op herinneringen van haar familie in audio en beeld. Geleide visualisaties die onderdeel zijn van de performance resulteren in quilts en teksten, die ter plekke worden gemaakt door de deelnemers. Ze worden uiteindelijk onderdeel van een online quilt in woord en textiel, opgebouwd uit de bijdragen van de deelnemers.

Hebben gebeurtenissen zoals een pandemie de koers van je werk veranderd, of is het eerder een bevestiging van de weg die je bent ingeslagen?
‘Ik organiseerde een workshop voor de uitgestelde tentoonstelling Welcome Home Dragon Fairy & Ox. Voices of South East Asian diaspora in Art Lab Hilton. Ik heb de workshop opnieuw moeten vormgeven volgens de richtlijnen van sociale distantie. Ik creëerde Sparring Scars, een een-op-een performance en workshop om een fictieve plattegrond te ontwikkelen van verhalen over en herinneringen aan de Zuidoost Aziatische diaspora. Deze schaalverkleining werkte goed, omdat het praten over deze kwesties (littekens, verhalen vertellen, trauma, herinnering) een veilige ruimte vereist, evenals de geruststelling dat de deelnemer controle heeft over de omgeving. Zo werden de workshops omgevormd tot ceremonies, die thuis of in mijn studio aan het IJzerblok plaatsvonden.’

Hoe hebben corona en de maatregelen die contact en beweging beperkten je kijk op de wereld beïnvloed?
‘We leefden de afgelopen twee jaar in een vervreemdende werkelijkheid. We zaten opgesloten in onze woonruimtes, maar ondanks de bizarre omstandigheden waarin we verkeerden, draaide de wereld van het arbeidsproces gewoon door, zonder tijd te nemen om de omstandigheden mentaal of emotioneel te verwerken. Aan de andere kant waren er mooie artistieke initiatieven om me heen die met hun werk die aspecten adresseerden, die de nadruk legden op traagheid en contemplatie, die mensen bijeenbrachten, online en in atelierruimtes. Vooruitkijkend naar de wereld die uit de pandemie voortkomt, benadruk ik aspecten van traagheid en contemplatie in mijn artistieke productie en in de kern van mijn proces als verhalenverteller.’

Je organiseerde performatieve workshops voor publiek om aan deel te nemen. Kwam je praktische problemen tegen en hoe heb je die opgelost?
‘Ik presenteerde mijn workshop voor de online Non-Native Native Fair al in juni van 2021. Helaas werd er niet goed gereageerd op zoiets abstracts als een ‘performatieve workshop’. Dus dacht ik na over een andere manier om in contact te komen met mijn publiek. Het raamwerk van het project veranderde in een ceremonie, afgestemd op elke deelnemer. Het project zelf vraagt om een grote mate van kwetsbaarheid en intimiteit die vertaald wordt in ceremoniële handelingen. Het vangt aan met een uitnodiging, meestal gericht aan deelnemers die ik al ken. Ze ontvangen een e-mail met verschillende vragen die me helpen de workshop aan te passen aan de behoeften van de deelnemers. Op de dag van de workshop voeren ze intieme en symbolische gebaren uit, die later deel uitmaken van hun opvoering. Ik voer mijn performance Waterfalls uit. Er wordt een aantal oefeningen gedaan, bijvoorbeeld een mentale oefening door imaginaire ruimte. Er wordt een uur uitgetrokken voor het vertellen van verhalen en het maken van een object dat later in 3D gescand zal worden. Ik realiseer me dat als je werkt met onderwerpen als trauma, littekens, herinnering en diaspora, het belangrijk is om elk proces te verpersoonlijken. Ik ben van plan de ceremonie aan te passen aan elk deelnemend individu. Tot nu toe heb ik met vier deelnemers gewerkt. Dit is een groot verschil met het oorspronkelijke doel dat ik me had gesteld, namelijk vijftig deelnemers tegen het einde van 2021! Dit project hoeft niet meer binnen een geprojecteerde tijdlijn te eindigen, hoewel ik hoop tegen eind 2022 twaalf deelnemers te bereiken.’

De PPR was een werkbijdrage, bedoeld als steun gedurende extreme omstandigheden. Is het zinvol gebleken voor je praktijk?
‘Gezien de omstandigheden was de PPR belangrijk, vooral omdat mijn project draait om het gevoel voor privacy en personalisatie, iets wat doorgaans niet in aanmerking zou komen voor subsidiesteun van de overheid of CBK Rotterdam. Bij deze subsidies lijkt rekening te worden gehouden met de te verwachten publieksomvang. Deze subsidiëring was waardevol omdat ik tijdens de ontwikkeling van mijn project ervaar hoe kunstwerken en kunstprocessen binnen intieme omgangsvormen kunnen bestaan. Ik ben een sociale beoefenaar met een benadering die eerder therapeutisch dan academisch of activistisch is. Er schuilt kracht zowel in deze zachtaardige en poëtische manier van werken als in het cultiveren van een persoonlijke relatie met elke deelnemer. De processen die ik met Waterfalls and Sparring Scars heb ontwikkeld, hebben uiteindelijk mijn artistieke praktijk mede gevormd.’ 

Tijdelijke werkbijdrage PPR
Om kunstenaars gedurende de corona lockdowns te helpen hun beroepspraktijk overeind te houden, lanceerde CBK Rotterdam de Tijdelijke Werkbijdrage ProductiePresentatie en Research (PPR) voor beeldend kunstenaars die zijn ingeschreven bij CBK Rotterdam. Verdeeld over twee rondes in 2020 en 2021 ontvingen uiteindelijk bijna tweehonderd kunstenaars een bijdrageHet resultaat van de tijdelijke werkbijdrage is gebundeld in een publicatie waarin we, samen met enkele kunstenaars, terugblikken en vooruitkijken. Dit is een van de vijftien interviews uit de publicatie.

Tekst: Machteld Leij
Foto: Mark Bolk