Burnishing, een polijsttechniek, is een prehistorische methode die bij keramiek werd gebruikt voordat glazuur was uitgevonden. In deze techniek polijst je droge klei met een glad object waardoor de klei gaat glanzen. Recent kreeg Rosalie Wammes hier weer een belangstelling voor. Tijdens haar Master Fine Art aan de Chelsea College of Arts in Londen was ze zich meer gaan verdiepen in sculpturen wat haar de Gilbert Bayes Awards for international young sculptors opleverde: een mentoring programma van een jaar lang voor een kleine groep beginnende internationale beeldhouwers. In combinatie met een O&O-toezegging wil ze hierbij vanuit de zeer tactiele burnishingtechniek onderzoek gaan doen naar sculpturen die je niet alleen ziet maar ook voelt, naar hoe sculpturale huid een verlengstuk van jezelf kan worden. Ze wil dit doen in samenwerking met Kalorama, een centrum voor Doofblinden in Nijmegen.
Deze tactiele en multi-zintuiglijke benadering past bij de holistische visie van Wammes om een futuristisch vrouwelijk systeem te verbeelden: kunst als een tegenmacht voor kapitalisme en hiërarchie. Vanuit een achtergrond in de theater en muziekscene (BA Toneelacademie Maastricht) begeeft ze zich tegenwoordig in de performance- en beeldende kunst. Met beweging en zang, met pigmenten en plexiglas en bloemen en andere transformerende materialen ontwerpt ze rituelen voor een seculiere tijd. Ze hield performances in het HEM, Eye, Holland Festival, Motel Mozaïque, en werkte met verschillende bekende theatergezelschappen. Dit nieuwste project zal haar dichter bij de kern van haar makerschap brengen, denkt ze.
In een aantal bijeenkomsten bij Kalorama gaat ze haar onderzoeksvragen aan: “Hoe kan ik een sculptuur maken dat door de middel van aanraking levendigheid en intimiteit oproept? Welke technieken kan ik inzetten om oppervlaktes van de sculptuur te bewerken en uit te diepen?” Het gaat haar om de toegankelijkheid van beeldhouwkunst en ook bekijkt ze hoe ze sociale en artistieke facetten verenigt, en gaat ze terug naar de beginvraag, hoe ze met sculptuur een intimiteit en vertraging van tijd kan oproepen. In haar studio gaat ze dan verder met het materiaalonderzoek, dat ze vervolgens met de cliënten verder gaat onderzoeken, om ermee te experimenteren en erop te reflecteren. Vervolgens werkt ze in haar studio toe naar een eindbeeld of installatie met een of meerdere sculpturen. Die toont ze in Nijmegen zowel als in Rotterdam, op een nog te bepalen locatie.